Als twintigjarige studeerde Leo van Emden in 1988 af aan de Nel Roos Academie (huidige Nationale Ballet Academie/AHK) in Amsterdam. Na zijn afstuderen danste hij drie jaar bij Het Nationale Ballet en een seizoen bij Introdans. Daarna zette hij zijn danscarrière voort als freelancer en werkte hij onder meer bij Aya en de Meekers. Zijn laatste voorstelling danste hij in 2006 bij de Meekers, waarmee hij een punt zette achter een carrière van achttien jaar.
Inmiddels ben ik weer acht jaar verder en is de omscholing via de Omscholingsregeling afgerond, maar ik geloof in en ben voorstander van “life long learning”. Ik zal altijd blijven zoeken naar ontwikkeling en groei. Niet alleen voor een inkomen en “succes”, maar vooral voor de voldoening en beleving.
Op dit moment ben ik filmmaker en maak films in opdracht. Ik werk veel voor kunst en cultuur instellingen en maak regelmatig dans en theaterregistraties. De liefde voor het filmen is er in de loop der jaren ingeslopen middels het registeren van mijn eigen choreografieën en camerawerk voor kleine lokale omroepen.
De overeenkomsten tussen wat ik nu doe en dansen is dat ik blijf leren en anticiperen. Dans en film zijn allebei zeer dynamisch, constant in ontwikkeling en aan verandering onderhevig. In beide beroepen gaat het om blijven leren binnen het vak, aanpassen en anticiperen. Dansen heb ik altijd als een combinatie van kunstenaars- en -vakmanschap gezien. Dat vind ik ook in het filmen terug. Bovendien vind ik in het camera werk een zelfde vorm van lekkere spanning terug als tijdens een voorstelling.
Om te zeggen wat de hoogtepunten uit mijn danscarrièrezijn geweest is een moeilijke keuze. Dat wordt een hele lange lijst. Liever noem ik daarom iets uit het heden. In 2013 mocht ik voor de Nederlandse Dansdagen drie korte clips maken die tijdens de voorstelling “Het feest van de Nederlandse Dans” werden vertoond tussen de stukken door van de dansgezelschappen. Dat was een hele mooie opdracht, waarbij ik door heel het land choreografen en dansers heb mogen filmen terwijl zij aan het werk waren.
De kwaliteiten die ik als danser heb ontwikkeld en die mij nog altijd goed van pas komen zijn dat ik creatief en “out of the box” kan denken. Ook de toewijding binnen een creatief proces waarbij het eindresultaat door samenwerking tot stand komt. Maar ook de motivatie, discipline, het werken onder tijdsdruk en de totale afwezigheid van de nine-to-five mentaliteit. Je neemt het vanuit de dans mee en voor de rest van je leven heb je daar voordeel van. Ook in mijn huidige vak moeten dingen keer op keer opnieuw of worden aangepast en dat is totaal geen probleem voor mij. Dat zit er gewoon ingebakken.
Mijn omscholingstraject is soepel verlopen. De studie was opgedeeld in verschillende vakopleidingen met heel veel zelfstandigheid en leren in de praktijk. Ik ben meteen opdrachten gaan doen om een CV op te bouwen. Het voelde meer als een geleidelijk veranderingsproces. Natuurlijk ik voel me eigenlijk nog steeds danser, het fysieke is er dan wel niet meer, maar de manier waarop je in het leven staat neem je mee, dat gebruik je en ik wil dat ook vasthouden. Eens een danser altijd een danser, wat je daarna ook doet. Alleen dans ik nu met een camera.
De grootste uitdaging tijdens mijn omscholing was het omschakelen naar concreet denken. Als danser en theatermens dacht en benaderde ik een proces heel abstract en vrij. Het draaien van een film is bijna altijd heel concreet. Dat was echt een hele grote overgang waar ik even aan moest wennen, zeker als het om regie gaat. Hele dagen op een stoel zitten tijdens de opleiding of een montage periode, dat went nooit. Vandaar mijn voorliefde voor camera werk: het onderweg en actief bezig zijn en de spanning van het moment van draaien.
Advies?
Op een gegeven moment kreeg ik lessen over verhaallijnen in een montage maken en het kadreren van beeld. Dat was een eyeopener. Ik weet zeker dat als ik die kennis twintig jaar eerder had gehad ik een betere danser en zeker een betere maker zou zijn geweest. Zoek tijdens je carrière al naar cursussen en opleiding die je leven als danser of maker een meerwaarde zou kunnen geven. Ga met oog op de toekomst tijdig met een loopbaancoach in gesprek, ruim voordat je überhaupt aan stoppen denkt. Dat zet je aan het denken en geeft nieuwe inzichten. Een goede opbouw van je omscholing is eigenlijk ook een soort van bewijs dat de keuze voor dansen een juiste is geweest, dus volg vooral je hart.
Ik vind het belangrijk dat dansers steun krijgen tijdens het omscholingstraject. Voor mij zijn drie dingen belangrijk: de basis, het traject en het bredere verband van de omscholingsregeling.
Mijn vrouw, ook “ex” danser, is vrij vroeg gestopt met dansen. Zij heeft zelf tijdens en na het dansen een studie gevolgd en een succesvolle nieuwe carrière gevonden, zonder omscholingsregeling. Dat was mij zonder steun van de Omscholingsregeling echt nooit gelukt, daarvoor was ik al te oud en tegenwoordig zijn studies niet zo makkelijk te combineren met deeltijdwerk in dezelfde en gewenste sector, het is een andere tijd.
De begeleiding tijdens het traject was voor mij heel belangrijk. Eerst bij de studiekeuze en later bij het maken van het studieplan en de reflectie momenten. Weten dat er iemand, zo nodig, voor je is, die je kent en met je meedenkt en ook kritisch is en je soms ook anders naar bepaalde zaken laat kijken.
Ik hoor wel eens dat de Omscholingsregeling ook dansers helpt die, door een blessure, vroegtijdig moeten stoppen en niet aan de voorwaarden voor een toelage in studie en inkomen voldoen. Dat is voor mij het individueel overstijgende bredere verband dat voelt als een verbond voor de dans.
2017